Artikel
|
Deel 2, Nummer 1
Artikel
|
Deel 2, Nummer 1

Huisvesting in geestelijke gezondheid als een educatieve Europese weg naar burgerrechten

Emanuele Caroppo;Josè Mannu;Paola Cavalieri;Vincenzo Francesco Scala
DOI: https://doi.org/10.36158/97888929555165
Meest gelezen
IN DIT NUMMER

Abstract

Huisvesting in geestelijke gezondheid is een complex proces dat gekwalificeerde interventies en de activering van vaardigheden en competenties van lokale gemeenschapsactoren vereist. De internationale gemeenschap met de geëxperimenteerde grenzen en mogelijkheden kent reeds ervaringen met deïnstitutionalisering, therapeutische gemeenschappen en gedeelde ondersteunde appartementen. Huisvesting is vandaag de dag een geavanceerde strategie van het proces van sociale integratie met ruime ervaring in verschillende Europese landen. Het is nauw verbonden met de internationaal bekende en verspreide aanpak van “herstel”. De excessieve institutionalisering van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen drukt op de overheidsfinanciën en heeft gevolgen voor de kwaliteit van de zorg. Met deze paper willen we het HERO project en de resultaten ervan presenteren aan de wetenschappelijke gemeenschap. HERO (2016-2019) is een project gefinancierd door het Erasmus+ programma en heeft als doel om: – bijgewerkte, interdisciplinaire informatie te ontwikkelen die geschikt is voor alle gesprekspartners, die circuleert onder alle actoren die betrokken zijn bij de verschillende stadia van huisvesting. – Een flexibel onderwijsmodel voor huisvesting, gericht op lokale gemeenschappen, ontwikkeld op basis van de ervaring van degenen die direct of indirect betrokken zijn bij huisvesting. HERO ’s doelgroepen zijn lokale gemeenschapsactoren waar Huisvesting actief is of geactiveerd kan worden, geïnteresseerd in niet-formeel en informeel leren: – Geestelijke Gezondheidsdiensten en professionals. – andere overheidsinstanties (scholen, arbeidsbureaus, bedrijven, enz.). – Gemeenschappen (vrijwilligers, buren, winkeliers, enz.). Mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en hun families. Twee belangrijke outputs van het project: 1. het e-boek: Huisvesting en geestelijke gezondheid. Toolkit voor kwaliteitsindicatoren voor de lokale gemeenschap. 2. Curriculum: opleidingstraject voor lokale gemeenschappen. De indicatoren, die het e-book zijn titel geven, vormen de synthese van een enquête die geïntegreerde bottom-up en top-down methodologieën omvatte en het uitgangspunt vormden voor een constructieve vergelijking van de ervaringen met huisvesting in verschillende Europese landen. Ze lieten het HERO-PARTNERSCHAP toe om het opleidingscurriculum over huisvesting voor lokale gemeenschappen te ontwikkelen. Het voorgestelde model is om een systeem van relaties op te bouwen waarin mensen goed kunnen leven met en ondanks hun geestelijke gezondheidsproblemen. Als, zoals in het VN-rapport staat, “we zijn allemaal potentiële gebruikers van geestelijke gezondheidsdiensten”, dan is het doel om “een bevredigend leven mogelijk te maken” waarin iedereen in staat is om zijn vaardigheden en verlangens uit te drukken.

Inleiding

Als we “Wet nr. 180” erkennen als een nieuw paradigma van geestelijke gezondheid, moeten we een oplossing vinden voor de vele problemen die hun oorsprong vinden in dit paradigma.

Een paradigma is ‘een manier om de wereld te zien’, een ‘constructie van de wereld’ waaruit nieuwe problemen worden gegenereerd. De nieuwe kwesties vereisen een nieuwe planning, namelijk nieuwe organisatiepatronen: “Planning betekent organiseren: een plan is een georganiseerde en organiserende organisatie. Een patroon kan niet worden gereduceerd tot een georganiseerd schema, zo verfijnd als het kan zijn. We moeten het opbouwen en het lezen door zijn organiserend potentieel”1.

Huisvesting is een complex systeem waarin een individu zijn potentieel uitdrukt; met andere woorden, een individu kan zijn identiteit uitdrukken “door vermenging in veelheid”.

“Onafhankelijkheid is gebaseerd op afhankelijkheid van het milieu; het begrip onafhankelijkheid wordt complementair aan dat van afhankelijkheid. Om onafhankelijk te worden, moet men afhankelijk zijn”2.

Is er een verband tussen paradigma en het organiseren van potentialiteiten? Wij zijn van mening dat een verband ligt in “burgerrechten”. Terwijl in een psychiatrische afdeling het ziekenhuis deze rechten overnam en ze definieerde, in het nieuwe paradigma definiëren burgerrechten het ziekenhuis, en ze schetsen het en zijn nieuwe kwesties. Een van de kwesties betreft het begrip “huisvesting”.

Wij zijn van mening dat de “doelwitten” van het huisvestingsproject mensen zijn die getroffen zijn door geestesziekten, evenals hun gezinnen, exploitanten van geestelijke gezondheidszorg, openbare en particuliere werknemers en burgers in het algemeen.

Wanneer we verwijzen naar doelgroepen moeten we er altijd rekening mee houden dat elk individu het resultaat is van zijn relaties, ervaringen, etc. Daarom impliceert het begrip “huisvesting” “onderwijs” niet alleen voor de ene persoon, maar ook voor de andere mensen die zijn omgeving bevolken.

Maar afgezien hiervan betekent het plaatsen van het individu in een complexe context het opsporen van middelen die niet kunnen worden geïdentificeerd met de ziekte van de persoon:

Op cultureel niveau zijn mensen bereid een duidelijke scheiding te accepteren tussen de tegenovergestelde begrippen “gezondheid” en “ziekte”, die net zo duidelijk klinken als de tegenstrijdige ideeën van “regen” en “zon”. Omdat ze als onvoorwaardelijke begrippen (positief versus negatief) worden gezien, kan er geen verbinding en dialectische relatie tussen hen worden gelegd, waardoor het feit wordt ontkend dat ziekte een fase in iemands leven kan vertegenwoordigen, een kans om zich het zelf toe te eigenen, van het eigen lichaam, van de eigen ervaringen en dus van de eigen gezondheid.3.

En meer: Zeer weinig morbide aandoeningen vandaag kan worden omschreven als “bacteriën gegenereerde ziekten;” er zijn vaak tal van interacterende oorzaken en gelijktijdige factoren. Obesitas kan iemand vatbaar maken voor diabetes en artritis, die lichaamsbeweging belemmeren en de bloeddruk en cholesterolspiegels beïnvloeden. Al deze factoren, uitzonderingen gemaakt voor artritis, kunnen leiden tot een beroerte en coronaire hartziekte. Het kan gebeuren dat de effecten (d.w.z. depressie na een hartaanval of een beroerte) in oorzaken veranderen, wat tot een terugval kanleiden4.

Methoden

Het project: Een educatieve Europese weg naar burgerrechten

“Huisvesting” is meer dan een ondersteund appartement; het is een systeem van sociale voorzieningen in een netwerk van menselijke relaties in een veilige buurt. De bescherming van de geestelijke gezondheid wordt steeds belangrijker in de wereld. De afgelopen jaren heeft de Wereldgezondheidsorganisatie een aantal initiatieven gelanceerd om mensen bewust te maken van de verschillende mate van invaliditeit die kan worden veroorzaakt door geestesziekten.

Volgens de mening van mevrouw Margaret Chan, directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie, tijdens de presentatie van het “Actieplan voor geestelijke gezondheid 2013-2020” is mentaal welzijn gedefinieerd als essentieel voor de algemene gezondheid volgens de WHO. Goede geestelijke gezondheid genereert persoonlijke voldoening, het vermogen om te gaan met gewone dagelijkse spanningen, professioneel gedrag en productiviteit, en een positieve bijdrage aan de gemeenschap. Om dit onderwerp de aandacht te geven die het verdient, is er over de hele wereld nog veel werk te doen. Veel dingen moeten veranderen als we ongunstige trends willen omkeren en een einde willen maken aan mensenrechtenschendingen en discriminatie van mensen die lijden aan psychische stoornissen en psychosociale handicaps. Dit wereldwijde actieplan erkent de essentiële rol die geestelijke gezondheid speelt bij het bereiken van onze algemene gezondheidsdoelstellingen. Op basis van een levenslange aanpak die gericht is op het bereiken van gelijkheid door middel van universele gezondheidszorg met een focus op preventie, draait het plan om vier kernbeginselen: een effectief leiderschap en governance op het gebied van geestelijke gezondheid; de beschikbaarheid van geïntegreerde, alomvattende geestelijke gezondheidszorg en sociale diensten die voldoen aan de behoeften van de gemeenschap; de uitvoering van preventiestrategieën; en de verspreiding van diepgaande informatie door het verzamelen van meer wetenschappelijk bewijs en het bevorderen van onderzoek. De doelstellingen van dit actieplan zijn zeker ambitieus, maar de WHO en haar lidstaten zijn vastbesloten om ze te verwezenlijken. (Mevrouw Margaret Chan, Directeur-Generaal, Wereldgezondheidsorganisatie, Presentatie van “Actieplan geestelijke gezondheid 2013-2020”).

Het actieplan is een aanvulling op de “Quality Right toolkit” van de WHO, hier worden de normen ter ondersteuning van huisvesting gedefinieerd in overeenstemming met de vijf onderwerpen van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap:

  1. Het recht op een adequate levensstandaard en sociale bescherming.
  2. Het recht om te genieten van de hoogst haalbare norm van lichamelijke en geestelijke gezondheid.
  3. Het recht om handelingsbekwaamheid uit te oefenen en het recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid van personen.
  4. Vrij van foltering of wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing en van uitbuiting, geweld en misbruik.
  5. Het recht om zelfstandig te leven en deel uit te maken van de gemeenschap.

Daarom ligt er een belangrijke verandering ten grondslag aan de begrippen ziekte, gezondheid en hoop. Maar er is nog een element dat in ons werk komt: het leven van een individu is strikt verbonden met dat van een heel sociaal weefsel. Het begrip “huisvesting” is gebaseerd op een niet-geteste “kern” – zoals Imre Lakatos suggereerde – volgens welke “burgerrechten voor het ziekenhuis komen” en op het door Thomas Kuhn beoogde paradigma, dat het principe is dat wordt uitgedrukt in Wet n. 180.

Het Huisvestingsproject kan niet alleen gebaseerd zijn op begrippen als “Huis eerst” of “Stap voor stap”, maar op een systeem dat gebaseerd is op sociale en individuele cultuur waarin huizen, relaties en rechten met elkaar verweven zijn.

De Wereldgezondheidsorganisatie heeft de diagnostische instrumenten “ICF”, een acroniem voor “International Classification of Functioning, Disability and Health”, geïntroduceerd als parallelle instrumenten naast ICD (International Classification of Diseases). Hun doel is om het belang van functioneren te introduceren zoals het door mensen wordt ervaren: Het is een universele ervaring waar lichaam, persoon en samenleving met elkaar verbonden zijn. In de loop van hun leven kunnen mensen verschillende werkingservaringen hebben, die verband houden met aangeboren aandoeningen, fysieke schade, acute of chronische pathologische aandoeningen ofveroudering5.

HERO is een project dat draait om plaatsen: stedelijke omgevingen zijn voortdurend onderhevig aan verandering, en ze zijn onderling verbonden. Op deze plaatsen is het enige vaste concept het idee vanovergang6. Huisvesting is een Engels woord dat de daad van bewoning aangeeft en het ‘ING’ achtervoegsel roept het idee van vooruitgang op: dit betekent dat bewonen geen vast begrip is, maar eerder verandering inhoudt en een pad, een buurt en een stad oproept waar relaties worden opgebouwd tussen mensen die elkaar kennen of die elkaar voor het eerst ontmoeten. Neurowetenschappelijk onderzoek toont aan dat de hersenen een orgaan zijn dat leeft en groeit door relaties: Het idee van bewustzijn en bij uitbreiding van zelfzucht dat ik wil voortbrengen door de notie van een uitgebreid zelf is dat van een zelf dat zich noch binnen, noch buiten de hersenen/het lichaam bevindt, maar in plaats daarvan voortdurend wordt uitgevoerd tussen hersenen, lichamen en dingen en dus onherleidbaar is voor een van deze drie elementen, geïsoleerd genomen 7. Wij zijn van mening dat geestelijke gezondheid niet op één plaats kan worden bereikt. Na een gesprek met Ronald Laing – zoals gemeld in Crimini di pace (1975) – schreef Franco Basaglia: “Laing […] stelt nu opnieuw […] de bouw van een ‘asiel‘ voor, waarmee […] wordt ingespeeld op de behoefte aan een opvangtehuis om degenen die een ‘ander‘ bestaan ervaren te beschermen. Dit moet een plek zijn waar ‘verschillende’ mensen zich zonder beperkingen kunnen uiten en waar ze leren leven met hun verschillen. Hoezeer Laing ons ook aanspoort om weerstand te bieden en te vechten binnen de instellingen, we moedigen hem aan om te proberen te voorkomen dat het ‘asiel’ een ander soort instelling wordt, omdat het onvermijdelijk geïntegreerd zal worden in de sociale en economische ruimte waarin het zal worden gebouwd […] Hoewel dit project zich richt op het individu, bevat het geen diepgaande analyse van de politieke en sociale omgeving waarin het individu moet worden geassimileerd. Het is niet juist om te veronderstellen dat er een plek kan zijn waar patiënten kunnen worden genezen zonder enige sociale en politieke tussenkomst: Gezondheid ligt in diversiteit, in nieuwe mogelijkheden, in het geloof in een andere toekomst” 8.

“Tussen 1950 en 1960 droegen veel Europese clinici en politici het idee over dat geestelijke behandeling geen lang verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis vereiste […] Ze waren tegen de ouderwetse psychiatrische afdelingen omdat ze ze als ‘anti-therapeutisch‘ beschouwden. Hun aanpak was echter vrij naïef, omdat het gericht was op het veranderen van de structuren en niet de methoden” 9.

Als de structuren te groot waren, werden kleinere gebouwen gebouwd; als ze ver van het centrum waren, werden ze naar de stad verplaatst. Dit werkte echter niet. Zelfs in de kleinere centra bleef de zogenaamde “nieuwe chroniteit” bestaan. HERO stelt iets anders voor: het stelt iemand in staat om te leven met en in weerwil van zijn of haar lijden, met bewustzijn van zijn of haar verschillen, en om te worden geïntegreerd in een netwerk van relaties gevormd op plaatsen die zijn ontworpen om de geestelijke gezondheid te verbeteren (gemeenschap, appartementen met aangepaste faciliteiten, enz.) en zijn gebaseerd op sociale middelen (culturele centra, theaters, recreatiecentra, enz.), op therapeutische activiteiten binnen de faciliteiten (zoals meerdere familiegroepen) en off-site groepen (zoals “Hoorstemmen”, muziekevenementen, sportevenementen, enz.), op werk (volgens persoonlijke vaardigheden en mogelijkheden). Zij bevorderen vrijwilligerswerk om de moeilijkheden bij het aangaan van relaties en communicatie met mensen die over het algemeen als “onvoorspelbaar” en “verschillend” worden beschouwd, te helpen overwinnen. Opgemerkt zij dat deze plaatsen onderling verbonden, toegankelijk, bewoonbaar en aanpasbaar zijn. Het zijn plaatsen waar iedereen zich welkom, gerespecteerd, niet beoordeeld of gestigmatiseerd voelt en zich bewust kan worden dat geestelijke gezondheid (en niet alleen dat) een status is die kan worden verkregen als iedereen erbij betrokken is, omdat het iedereen betreft. We zijn ervan overtuigd dat het omliggende gebied strikt verbonden moet zijn met de ‘plaatsen’ waar patiënten verblijven: deze plaatsen moeten altijd worden beschouwd in relatie tot de omliggende omgevingen. Al in 1994 bevestigde Marc Augé dat “het noodzakelijk is het restrictieve begrip van hele culturen als onafhankelijke entiteiten die gedwongen zijn naast elkaar te bestaan, te doorbreken”10. We zouden een systeem moeten opbouwen om een nieuwe taal te vinden die niet de som is van verschillende talen, maar die een nieuwe cultuur voortbrengt die geïnspireerd is op sociaal welzijn en psychische gezondheid.

Dit is ons doel.

Conclusie: een opleidingscurriculum over huisvesting en geestelijke gezondheid voor lokale gemeenschappen

Het schrijven van een opleidingscurriculum over huisvesting en geestelijke gezondheid is bijzonder belangrijk geweest voor het partnerschap, omdat het ons heeft geholpen om kennis en vaardigheden over huisvesting in lokale gemeenschappen te verspreiden. Het doel was om huisvesting te bevorderen als een strategie die inclusie in onze samenleving kan bevorderen, met speciale aandacht voor geestelijke gezondheidskwesties.

De “generalistische” architectonische benadering die de tweede helft van de jaren 1900 en de eerste jaren van 2000 kenmerkte, produceerde meestal “onbewoonbare” gebouwen, en dit is vooral zichtbaar in veel buitenwijken van steden.

Stedelijke randgebieden ontstonden rond het idee dat nieuwe ecologische homogeniteit nodig was.

Ons werk “in uitvoering” is gericht op het vergroten van de aandacht voor de gediversifieerde behoeften van mensen

Het wordt daarom steeds dringender dat we de omgeving bevolken met echte relaties en verbindingen, een sfeer creëren waarin verschillen worden toegejuicht, en de aandacht vestigen op het concept van ‘goed leven‘ en de richting die we moeten inslaan in een samenleving waarvan het kader ons eenzaamheid doet ervaren ‘zonder ooit alleen te zijn’.

Voor meer informatie: www. housing-project.eu.

Delen:

Note

1
Le Moigne J.L. (1985), Progettazione della complessità e complessità della progettazione, in Bocchi G., Ceruti M. (eds.) La sfida della complessità, Feltrinelli, Milano, pp. 90-91
2
Morin E. (1985), Le vie della complessità, in Bocchi G., Ceruti M. (eds.) La sfida della complessità, Feltrinelli, Milano, pp. 44-45
3
Basaglia Ongaro F. (1997), Salute/malattia, Einaudi, Torino
4
Borrell-Carrió F., Suchman A.L., Epstein R.M. (2004), The biopsychosocial model 25 years later: principles, practice, and scientific inquiry, in «Ann Fam Med.», 2(6), Nov.-Dec. 2004, pp. 576-582
5
Stucki G., Cieza A. (2008), The International Classifi- cation of Functioning, Disability and Health (ICF) in physical and rehabilitaion medicine, in «Eur J Phys Rehabil Med», 44, pp. 299-302
6
Da Costa Meyer E. (2012), The City Within, in Danze E., Sonnenberg S. (eds.), Space and Psyche, Center for American Architecture and Design, Austin, pp. 86-107
7
Malafouris L. (2009), Between brains, bodies and things: tectonoetic awareness and the extended self, in Ren- frew C., Frith C., Malafouris L. (eds.), The Sapient Mind: archaeology meets neuroscience, Oxford University Press, Oxford, pp. 1993-2002
8
Basaglia F. (1975), Crimini di pace, in Basaglia F., Basaglia Ongaro F. (eds.), Salute/malattia, II, Einaudi, To- rino, p. 310
9
Hinshelwood R. (2001), Thinking about Institutions: Milieux and Madnessed, Jessica Kingsley Publishers, Lon- don, pp 38-40
10
Augé M. (2000), Il senso degli altri. Attualità dell’an- tropologia, Bollati Boringhieri, Torino. Rossi A. (2009), Autobiografia scientifica, Il Saggiatore, Milano
Meest gelezen
IN DIT NUMMER